In competentiegericht onderwijs worden portfolio’s gebruikt als instrument om het leren van studenten te documenteren en te evalueren. Een typische portfolio bevat een verscheidenheid aan verschillende soorten bewijsmateriaal, zoals toets scores, projectverslagen en ander materiaal dat de vooruitgang en de prestaties van een leerling aantoont.

Een van de belangrijkste uitdagingen bij de evaluatie van een portfolio is te bepalen welke soorten bewijsmateriaal het meest relevant en nuttig zijn. Dit kan moeilijk zijn, omdat verschillende studenten verschillende sterke en zwakke punten kunnen hebben en verschillende doelen en interesses kunnen nastreven.

Eén benadering om de kwaliteit van een portfolio te beoordelen is zich te richten op de vier aspecten van competentiegericht onderwijs: inhoud, context, competentie en geloofwaardigheid.

Inhoud verwijst naar de kennis en vaardigheden die worden beoordeeld. Om de kwaliteit van de inhoud van een portfolio te bepalen, is het belangrijk na te gaan of het beoordeelde materiaal relevant, nauwkeurig en actueel is.

De context verwijst naar de reële situaties waarin de kennis en vaardigheden worden toegepast. Om de kwaliteit van de context in een portfolio te beoordelen, is het belangrijk na te gaan of het verstrekte bewijs aantoont dat de student in staat is zijn kennis en vaardigheden te gebruiken in een reeks verschillende settings en situaties.

Competentie verwijst naar het vermogen om kennis en vaardigheden op een zinvolle en effectieve manier toe te passen. Om de kwaliteit van de competentie in een portfolio te beoordelen, is het belangrijk na te gaan of het verstrekte bewijs aantoont dat de student in staat is zijn kennis en vaardigheden te gebruiken om problemen op te lossen, kritisch te denken en effectief te communiceren.

Geloofwaardigheid verwijst naar de betrouwbaarheid en geldigheid van het verstrekte bewijsmateriaal. Om de kwaliteit van de geloofwaardigheid in een portfolio te beoordelen, is het belangrijk na te gaan of het verstrekte bewijsmateriaal gebaseerd is op betrouwbare bronnen en of het op een rigoureuze en onbevooroordeelde manier is verzameld en geanalyseerd.

In het algemeen vereist het beoordelen van de kwaliteit van een portfolio in competentiegericht onderwijs een zorgvuldige en doordachte beoordeling van het verstrekte bewijsmateriaal. Door zich te concentreren op de vier C’s van inhoud, context, competentie en geloofwaardigheid, kunnen docenten een vollediger en nauwkeuriger beeld krijgen van het leren van leerlingen, en deze informatie gebruiken om het succes van leerlingen te ondersteunen.